Een beginnersgids voor het schilderen van je woning

Bij het verven van binnenmuren is het belangrijk om steeds in één systeem te werken. Dat wil zeggen dat je best producten van 1 en dezelfde producent gebruikt en dat in een welbepaalde volgorde. Zo vermijd je ongewenste effecten of reacties en kom je tot een mooi eindresultaat. De juist volgorde (of juiste systeemopbouw) ziet er in grote lijnen steeds als volgt uit:

Voorstrijken (fixeren) - Grondlaag (primeren) - Afwerklaag

Je begint met de nodige hoeveelheid voorstrijkmiddel en verf uit te rekenen.

Let op: Aangekleurde verven en geopende verpakkingen worden nooit teruggenomen. Je neemt dus best de tijd om alles goed uit te rekenen.

Om het aantal emmers of blikken te weten te komen, bereken je eerst het aantal m² te (her)schilderen oppervlak. Lengte x hoogte = te schilderen oppervlak in m². Vergeet niet je raam- en deuroppervlakken af te trekken. Is de oppervlakte berekend, raadpleeg dan de hoeveelheid product per m². Dit is op de emmer, het blik of op de technische fiche aangegeven. Vermenigvuldig dit met het aantal lagen.

Binnen schilderen doe je bij voorkeur tussen 10 en 20° C. De ideale luchtvochtigheid ligt tussen de 50 en 60 %. Onder de 10° C droogt muurverf slecht en vanaf 5° C helemaal niet meer. Dat is ook zo bij een te hoge luchtvochtigheid.

 

Wanneer is verf droog?

Droog is niet zomaar droog. Je kan tijdens de droging verschillende fasen onderscheiden. Muurverven (die zijn tegenwoordig altijd op basis van water) drogen heel snel. Verven op basis van solventen (meestal buitenlakken) hebben veel meer tijd nodig. Het hele drogingsproces gaat steeds volgens een vast stramien, maar bij muurverven gaat het dus allemaal wat sneller.

  1. In een eerste fase wordt de verf stofvrij: Ronddwarrelend stof en insecten kunnen zich dan niet meer hechten, maar je mag de verf nog niet aanraken.
  2. Nadien wordt de verf kleef- of veegvrij: Nu kan je het oppervlak aanraken zonder dat je vingerafdrukken achterlaat.
  3. Schuurbaar: De verf is nu droog genoeg om te schuren als dat nodig is.
  4. Overschilderbaar: Er kan nu een bijkomende laag aangebracht worden.
  5. Uiteindelijk is de verf volledig belastbaar en op zijn sterkst. Bij afschrobbare muurverf duurt dit ongeveer een maand.

 

Over het algemeen zijn glanzende verven wat sterker en laten ze zich probleemloos afwassen. Nadeel is wel dat je een quasi perfecte ondergrond nodig hebt. Hoe hoger de glansgraad hoe minder een verf fouten en oneffenheden zal camoufleren. Matte muurverven versterkt met PU (polyurethaan) bieden hier een mooi alternatief. Ze zijn zeer robuust, perfect te reinigen en blijvend mat. Ze gaan dus niet glanzen na het wegwrijven van een vlek.

 

 

1. Fixateur of voorstrijkmiddel

Een voorstrijkmiddel is een dunne, eerder wat waterachtige vloeistof gebruikt om onregelmatig zuigende ondergronden te fixeren. Gebruik van voorstrijk neutraliseert de verschillen in zuigkracht en voorkomt verschil in droging en hechting, kleurverschillen en zichtbare aanzetten. Bovendien ga je naderhand minder verf verbruiken. Voorstrijk is eenvoudig aan te brengen met een blokborstel of een brede vachtroller.

Tip: Je kan ook een plantensproeier met vernevelaar gebruiken. Vul die met een voorstrijkmiddel en spuit de muur in van onder naar boven: simpel en efficiënt voor een gelijkmatige verdeling. Haal steeds storende druipende druppels weg voor ze indrogen anders blijven die zichtbaar in je eindresultaat.

Het is moeilijk een exact verbruik op te geven voor fixeermiddel. Dit hangt sterk af van de te behandelen ondergrond. Maar reken ongeveer zo’n 10 à 12 m² voor 1 liter. Voorstrijk is droog na 10 uur.

Is voorstrijk noodzakelijk?

Meestal wel! Dit is eenvoudig te testen. Bevochtig de ondergrond met een spons. Wordt hij donker, dan neemt hij vocht op en moet je fixeren. Loopt het water er onmiddellijk af, dan is dit niet nodig.

Wat heb je nodig voor het voorstrijken?

Verfemmer – ladder – roller, blokkwast of plantenspuit - spons – veiligheidsbril en eventueel handschoenen.

 

2. Grondlaag of primer

Op een (nieuwe) ongeschilderde muur moet je ook een grond- of primerlaag aanbrengen. Zo’n primer zorgt voor een betere hechting van de eindlaag, met als gevolg een lager verfverbruik en uiteindelijk een strak eindresultaat.

Is een grondlaag altijd nodig?

Nee, niet altijd, een reeds geschilderde muur moet je enkel lichtjes opschuren en achteraf afstoffen voor je een eindlaag zet. Dit geldt echter niet:

  • Bij poederige ondergronden
  • Op fel gekleurde muren
  • Bij muren met vlekken of herstellingen
  • Op muren die ooit geverfd zijn in een gesloten, niet ademend verfsysteem

 

In bovenstaande gevallen blijft een primerlaag noodzakelijk.

Net zoals je eindlaag kan je ook je primer op kleur laten maken. Dat is aan te bevelen bij donkere kleuren. Het bespaart je dan een hoop verf en werk. Je kan 8 tot 12 m² schilderen met één liter muurprimer, afhankelijk van de ondergrond.

 

Wat heb je nodig voor het aanbrengen van een primer/muurverf?

  • Langharige vachtroller voor ruwe oppervlakten of een kortharige voor gladde ondergronden met bijpassende beugel. (rollen 18 of 25 cm breed)
  • Eventueel kleine gelijkaardige verfrolletjes (5, 10 of 12 cm breed) met beugel
  • Een verfborstel voor de hoeken (een puntborstel is praktisch voor fijne afboordingen)
  • Roerstokje
  • Verfrooster
  • Trapladder (gebruik je een telescopische verlengsteel dan heb je geen trapladder nodig.)

 

Tip: Wil je de hele kamer onder handen nemen, lak dan eerst de ramen en de deuren, schilder dan het plafond en tenslotte de muren.

 

3. Plafond schilderen met primer en nadien de afwerklaag

Stap 1: Haal de plafondverlichting weg.

Stap 2: Krijgen de muren een andere kleur dan het plafond? Plak de randen dan af met maskeerfolie voorzien van een geschikte schilderstape (geel, paars of blauw).

Stap 3: Giet de verf uit de verpakking over in je verfemmer en roer stevig om, van onder naar boven.

Stap 4: Kijk je borstel na op losse haren en verwijder die. Maak je nieuwe verfrol eerst eens nat, en verwijder meteen overtollig water.

Stap 5: Schilder eerst de randen en de hoeken met een borstel of gebruik een klein rolletje voor dezelfde structuur.

Stap 6: Verdeel je plafond in denkbeeldige vierkante vakken van 1 m². Begin te schilderen bij een raam en schilder vervolgens weg van het raam.

Stap 7: Werk steeds kruiselings en verdeel de verf goed in alle richtingen.

Stap 8: Eindig in elk vak door af te rollen in de richting van het licht (het raam) of van het vorig vak. Werk steeds “nat in nat” bij overlappingen. Dat wil zeggen dat de strook die je overlapt nog nat moet zijn. Zo voorkom je strepen. 

Gebruik je een primer van goede kwaliteit, dan is 1 laag voldoende. Een grondverf is vaak na 30 minuten al droog. Toch wacht je beter een uur of 6 voordat je de afwerklagen aanbrengt.

Tip: Natuurlijk wil je wel eens een pauze nemen of wil je stoppen en de dag nadien verder werken. Je hoeft je borstels en rollen dan niet meteen uit te wassen. Wikkel ze in plastic of aluminiumfolie en bewaar ze op een koele plaats. Zo drogen ze niet uit.

De eind- of afwerklaag op het plafond breng je aan met dezelfde borstel en rollen (wel even uitspoelen). Hoewel de meeste muurverven geschikt zijn voor plafonds worden er ook speciaal ontwikkelde plafondverven aangeboden. Die zijn extra mat en camoufleren daardoor kleine fouten in het plafond. Door dat ze wat trager drogen, zie je ook minder aanzetten van je verfrol.

 

4. Muren schilderen met primer en nadien de afwerklaag

Het zal je wellicht niet verbazen dat we bij muren op min of meer dezelfde manier  werken als bij het plafond, met andere woorden:

Stap 1: Giet de verf uit de verpakking over in je verfemmer en roer stevig om.

Stap 2: Kijk je borstel na op losse haren en verwijder die.

Stap 3: Maak je nieuwe verfrol eerst eens nat.

Stap 4: Schilder eerst de randen en de hoeken met een borstel of een klein rolletje voor dezelfde structuur.

Stap 5: Verdeel je muren in denkbeeldige vierkante vakken van 1 m² werk steeds kruiselings en nat in nat. Dit wil zeggen dat de strook die je overlapt nog nat moet zijn.

Eén dikke verf laag is minder goed dan twee normale lagen, de kern van de laag blijft dan te lang zacht. Zo krijg je problemen bij het drogen. Twee afwerklagen zijn bovendien veel sterker en beter voor een gelijkmatige finish.

Tussen 2 lagen schuren? Niet nodig tenzij je fouten ontdekt. Stof dan wel goed af. Het is moeilijk een exact verbruik op te geven. Dit hangt sterk af van de  ondergrond, maar reken ongeveer zo’n 8 tot 10 m² voor 1 liter. Op glasweefsel en vliesbehang heb je 15 % meer nodig. Muurverf droogt over het algemeen snel. Wacht toch 4 à 6 uur om een volgende laag aan te brengen.

Stap 6: Breng tenslotte een laatste afwerklaag aan. Volg dezelfde werkwijze als bij de primer. Werk op het einde steeds van onder naar boven. Haal de schilderstape zo snel mogelijk weg. Als alles droog is, kan je folies en karton opruimen, de schakelaars en stopcontacten weer vrijmaken en de afdekplaatjes terug monteren.

Je kamer staat nu te stralen in een nieuw jasje. Dit is het ideale moment om enkele nieuwe decoratiestukken aan te schaffen die je interieur helemaal doen knallen. Maar vooral om languit te genieten van je nieuwe interieur.